
Als je denkt aan ‘veilige hechting’ denk je waarschijnlijk aan de liefdevolle band tussen bio-ouders en bio-kinderen.
Maar het begrip is breder dan dat. In dit artikel wordt ook uitgelegd wat veilige hechting in je samengestelde gezin betekent en hoe je meer veiligheid kunt creëren.
Lees snel verder voor inzichten en praktische tips!
Wat is veilige hechting nu precies?
De psychiater Edward Bowlby, zelf opgevoed door een kinderjuf en daarna naar kostschool gestuurd, heeft zijn leven lang de hechting tussen ouders en kind bestudeerd.
Een veilige hechting ontstaat wanneer kinderen warmte, troost, hulp en liefde zoeken én krijgen wanneer ze het nodig hebben. Van hun ouders of verzorgers. Deze band is essentieel om met zelfvertrouwen en autonomie de wereld om je heen te durven ontdekken.
Bovendien creëer je hiermee het vertrouwen om hechte relaties aan te gaan. Het eerste levensjaar van het kind is cruciaal. Hier ontstaat het primaire hechtingssysteem.
Als je ouders op een of andere manier het niet in zich hebben om je een veilige hechting te geven, zijn er nog drie andere hechtingsvormen.
Vier soorten hechting
Volgens de Amerikaanse psycholoog Mary Ainsworth zijn er vier soorten hechtingsstijlen.
- Vermijdende hechting. Je vermijdt de hechting. Je moet maar op jezelf vertrouwen, want de ander is er niet voor je. Dat is het in een notendop. Toenadering, intimiteit is lastig. Je wil eigenlijk geen andere mensen nodig hebben. Je kunt het ook zo beschrijven: Je vindt jezelf ok, maar vertrouwt de ander niet. Als volwassene kun je hierdoor last van bindingsangst krijgen.
- Angstige hechting. Als je je niet geliefd voelt, kun je als kind angstig en afhankelijk worden. Zelfstandigheid ontwikkelen is moeilijk, je vindt jezelf minderwaardig en je bent gevoelig voor afwijzing. Kort samengevat: De ander is ok, maar jij zelf niet. Het risico op verlatingsangst is aanwezig.
- Gedesorganiseerde hechting. Dit is wanneer alle stijlen door elkaar lopen. Je ouders zijn er soms voor je, maar soms ook helemaal niet. In feite ervaar je dan dat niemand ok is zoals die is. Jij zelf niet. En de ander ook niet. Je kunt last krijgen van zowel verlatings- als bindingsangst.
- Veilige hechting. Als je het nodig hebt, ga je naar je ouders voor zowel troost als aanmoediging. Die zijn daar responsief op. Vandaaruit voel je je vrij om op onderzoek te gaan in de wereld en het leven. De ander is ok, net als jij!
Herken je jezelf in een van deze stijlen? Ik denk dat 100% veilige hechting zelden het geval is. Helemaal met gevoelige kinderen. Je ouders kunnen er namelijk niet 24/7 voor je zijn. Ik ben benieuwd wat jij hiervan denkt. Laat het graag weten in een comment.
Maar eerst verder in dit verhaal.
Veilige hechting tussen partners

Als je als volwassene in een relatie stapt, hecht je je uiteraard aan je partner. Die wordt, als het goed is, na een poosje zo veilig dat je helemaal jezelf durft te zijn. Je hebt vertrouwen in de ander en je kunt je kwetsbaar opstellen en durft jezelf te geven aan de ander. Het maakt dat je een goed seksleven op kunt bouwen en je emoties kunt delen. Maar je voelt je ook vrij om je eigen dingen te doen.
Meer kenmerken:
- Je bent een stabiele partner
- Je kunt je liefde kunt uiten
- Je kunt liefde geven en ontvangen
- Er zijn geen torenhoge emotionele pieken of dalen tussen jullie
- Je zorgt voor elkaar
- Je voelt je ondanks de relatie als een zelfstandig mens
- Je vertrouwt elkaar
- Je geeft elkaar zowel vrijheid als aandacht.
Een mini-groep
Behalve de veilige hechting bouw je ook samen een identiteit op als verliefd stelletje. Je ontwikkelt samen nieuwe rituelen. Dat kan zo simpel zijn als sinaasappels persen bij het ontbijt tot het ontwikkelen van normen en waarden die je deelt.
En als je dan samen kinderen krijgt, word je een groep, een gezin, een clan – en geef je jullie kroost een veilige hechting. Plus jullie gemeenschappelijke rituelen, gewoontes en levensvisie.
Hebben jullie beide geen veilige hechting ervaren? Of niet 100 %? Dat kan een lastig thema zijn in een eerste gezin. Maar in een samengesteld gezin komt dit dilemma extra rauw op je dak.
Veilige hechting in het samengestelde gezin
Je hebt dus niet die basis samen met je partner als je in een stiefgezin stapt. Want er zijn al hechtingen tussen bio-ouder en bio-kind. Net als de gezamenlijke waarden en normen.
Ook als je als kind wél veilig gehecht was, kunnen hechtingsproblemen zich nu opeens toch voordoen. Dat is minder goed nieuws… Het is helaas zo. Hoe komt dat nu?
- Je hebt niet genoeg tijd en plek gehad om de hechting te ontwikkelen met je partner
- De kinderen voelen de hechting niet met de nieuwe partner
- Dat weefsel bouwen kost tijd, meestal een aantal jaren
- Er is continu de tussenkomst van de kinderen en de ex die zorgen voor scheuren in de hechting tussen jullie als partners
- De hechting tussen bio-ouder en kind staat ook nog eens voorop. Dat is een biologisch gegeven. Daar komt geen stiefouder tussen.
Insiders en outsiders
De bio-ouder heeft een instinctieve drang (als je psychisch gezond bent) om die veilige hechting met zijn of haar kind te waarborgen.
En dit wordt versterkt omdat je als bio-ouder nogal wat te compenseren hebt. Want vaak voelen kinderen zich verscheurd. Tussen twee huizen. Twee ouders. Vooral als die ouders ook nog eens ruzie maken…
Waar staat de stiefouder dan in dit verhaal? Die voelt zich buitengesloten waardoor negatieve hechtingspatronen de kop opsteken en hij/zij zich terugtrekt of juist gaat duwen en trekken in de hoop op aandacht, liefde en verbinding en veilige hechting in het samengestelde gezin.
Wat kun je dan wél doen om genoeg veilige hechting in het samengestelde gezin op te bouwen?
Zo’n 30 procent van alle volwassenen hebben helaas te weinig veilige hechting mee gekregen. Maar het is geen ramp. Je kunt dit wél opbouwen als volwassen mens. Dit noem je ook wel ‘earned security’. Hier in een notendop een aantal stappen die je kunt zetten.
STAP 1. Op onderzoek gaan naar je eigen verleden
Jij bent verantwoordelijk voor je eigen emoties en gedrag. Dus – en zie dit als een spannende zoektocht- ga op onderzoek in je eigen verleden. Dit is de eerste stap.
Stel jezelf deze vragen:
- Was er plek voor afhankelijkheid in je gezin van herkomst?
- Of ging je het allemaal zelf maar oplossen?
- Waren je ouders er genoeg voor je, emotioneel gezien?
- Of waren jouw ouders te dicht bij en benauwend voor je? Waren ze wellicht zelf angstig?
- Durfden ze je niet los te laten? Kreeg je geen eigen ruimte?
- Zocht je – en zoek je naar veel bevestiging? Ben je angstig om zelfstandige beslissingen te nemen?
STAP 2. Hoe vergroot je je eigen veilige hechting
Als je eerst betere hechting creëert met jezelf, met je innerlijk kind, je emoties, je geschiedenis, je kwetsbaarheid én je kracht, dan voel jij je veiliger als mens.
Het gaat om doorvoelde inzichten. Als je begrijpt wat er is gebeurd qua hechting in je jeugd kun je beter van een afstandje kijken naar jezelf. En dingen net wat anders gaan doen.
Hoe doe je dit nu precies?
Eerst kun je leren om je emoties toe te laten, ook die negatieve, nare, angstige, eenzame gevoelens. Vanuit je innerlijk kind-deel of je kwetsbare deel. Het kan helpen om deze emoties hardop voor jezelf te benoemen. Graag met compassie voor jezelf:
‘Ik voel me vaak afgewezen, ik voel me vaak eenzaam omdat ik alles zelf moet oplossen. Dit komt ergens vandaan. Dat weet ik nu. En het is ok. Het is ok om te voelen. Het is een deel van me. Ik kan het aan’.
Stap 3. Andere stappen uitproberen
Als je je net een klein stukje sterker voelt, kun je eens – gewoon maar voor de lol – uit je gewone pad stappen en iets nieuws proberen. Bijvoorbeeld als je erg hangt aan bevestiging en dat teveel zoekt bij je partner, stiefkind of ex (en jij dus met andere woorden iets herkent van de angstige hechting of verlatingsangst) kun je nu die bevestiging aan jezelf geven.
- Ik ben ok zoals ik ben
- Ik doe mijn best en dat is goed genoeg
- Ik ben goed genoeg
- Ik houd van mezelf, precies zoals ik ben.
Als jij juist afstand houdt als de ander verbinding zoekt en jij je dus herkent in de vermijdende hechting of iets hebt van bindingsangst, kun je het ook net even anders gaan doen. Je kunt bijvoorbeeld ook ‘helpende gedachten’ denken:
- De ander is ok
- Ik voel me veilig
- Ik laat me elke keer weer een stukje meer zien
- Ik weet dat ik mijn partner kan vertrouwen, ook al voelt dat soms niet zo.
Stap 4. Anders verbinden met je partner
Als je beseft dat hechten tijd kost, kun je vanaf nu bewust tijd inplannen alleen met je partner. Dit is makkelijker als er co-ouderschap is. Maar ook als de kinderen fulltime bij jullie zijn, zul je voor two-time moeten zorgen. Leuke dingen doen. Diepere gesprekken voeren. Je dilemma’s en zorgen delen. Samen in stilte op de bank zitten. Zoek vormen die bij je passen.
En vooral dit: Bespreek wat er in je omgaat. Vanuit de ‘ik-vorm’. ‘Ik voel me… zus of zo… en ik denk dat het misschien wel komt door het hechtingssysteem uit mijn jeugd…’
Vergeet niet om vanuit een zachte nieuwsgierigheid ook je partner te vragen naar wat er in hem/haar omgaat. ‘Hoe is het voor jou?’
Hoe mooi is het als je als partners in de liefde elkaar kunt helpen helen. Want dat helpt echt. Als je minder afhankelijk van de ander wordt, kun je op een authentieke manier verbinding maken met je partner.
Stap 5. Veilige hechting in het samengestelde gezin

Als je voldoende werkt aan de band met jezelf en die met je partner, is het tijd voor meer veilige hechting in het samengestelde gezin.
Dit gaat niet vanzelf. Het kost tijd. En er zijn helaas nog andere dilemma’s die ook een rol spelen zoals loyaliteit bijvoorbeeld…
Maar voor nu. Hoe krijg je het voor elkaar om meer veilige hechting in je samengestelde gezin te scheppen?
Een aantal korte tips waar je mee kunt beginnen zijn:
Tips voor veilige hechting in het samengestelde gezin
- Met meer mildheid naar het gedrag van de ander kijken
- Het gedrag te koppelen aan de hechtingsstijlen waar je nu meer van weet
- Als bio-ouder 1-op-1 tijd met je kind door te brengen. Op vakantie gaan zonder stiefouder
- Als stiefouder toch de volwassene en sterkste zijn en contact maken met het stiefkind
- Als stiefouder ook dingen alleen doen met je stiefkind
- Als het beter gaat, ook weer dingen met z’n allen ondernemen.
Samenvatting
De manier waarop we gehecht zijn met onze ouders is van groot belang voor hoe je later in het leven verbinding maakt met je partner en stiefgezin. Je kunt last hebben van ‘vermijdende hechting’. Dat wil zeggen dat je afstand neemt en minder vertrouwen hebt in de ander. Of je hebt last van ‘angstige hechting’. Dat betekent dat je emotioneel te afhankelijk bent en bang bent voor afwijzing en bevestiging zoekt.
Je kun leren meer vertrouwen te krijgen in jezelf en de ander. Je kunt bouwen aan de veilige hechting met je partner en eigen bio-kinderen en daarna ook met de stiefkinderen in het gezin.
Hulp nodig?
Best een ingewikkeld verhaal toch? Het is daarom ook verstandig om hulp te zoeken als je er niet alleen uitkomt. Een aantal sessies kan echt al helpen.
Je bent bij mij welkom voor hechtingsproblemen in het stiefgezin. Ik bied je graag een gratis kennismaking aan van 30 minuten. Maar ik ben geen psycholoog of therapeut. Dus als je ernstigere problemen hebt, zoek dan bijvoorbeeld een andere schematherapeut of EFT-psycholoog.
Meer lezen? Blader eens door de blogs van https://www.psyned.nl/. Daar heb ik ook inspiratie opgedaan. Het is een mooie site!
MEER BLOGS LEZEN?
…………………………………………………….

Annette van der Maarel (geboren in 1965) heeft sinds 2010 een eigen praktijk. De laatste jaren, sinds Covid eigenlijk, coacht ze vooral online. De ervaring wijst dat dit voor de meeste mensen uitstekend werkt.
Ze is opgeleid tot stress-counsellor (geen therapeut of psycholoog dus). De grenzen tussen het een en ander zijn best vaag. Door alle ervaring kan ze ook ‘moeilijke’ dilemma’s in het stiefgezin goed behandelen. Soms verwijst ze echter door. Wil je een gratis sessie uitproberen? Dan kan! Stuur een mail naar coaching@annettevandermaarel.com.